Wortelkanaalbehandeling

Er zijn een aantal situaties waarin de tandarts besluit om een wortelkanaalbehandeling uit te voeren.

Bijvoorbeeld bij:

  • hevige tand- of kiespijn
  • afsterven van de zenuw door cariës (gaatje)
  • een vulling die te diep bij het wortelkanaal zit
  • voorbereiding op een overkappingsprothese

Door middel van röntgenfoto’s wordt er een diagnose vast gesteld. In de meeste gevallen wordt er na deze diagnose gelijk begonnen aan de wortelkanaalbehandeling.

Uw tandarts boort een gaatje in de tand of kies om toegang te krijgen tot de wortel. Daarna wordt de wortelkanaal in zijn geheel schoongemaakt met kleine vijlen. In geval van een kies worden er meerdere wortelkanalen schoongemaakt. Door middel van de röntgenfoto’s wordt ook bepaald hoe diep de wortelkanalen zijn. Na het vijlen worden de kanalen schoon gespoeld met een desinfecterende vloeistof.

Als alle kanalen schoon zijn, worden deze gevuld met gutta percha, dat is een vulmateriaal. Dit zorgt ervoor dat de bacterie geen schade meer aan kunnen richten. Tenslotte moet de tand of kies nog gevuld worden en indien nodig, opgebouwd worden door middel van een wortelstift voor een betere draagkracht. Soms is de tand of kies door het tandbederf, maar ook door de behandeling, zodanig verzwakt, dat er een kroon gemaakt moet worden. Op die manier kan de tand of kies nog heel lang mee.